In het algemeen secundair onderwijs (ASO) bereiden we de leerlingen voor op het hoger onderwijs. Een ASO-leerling moet dus de nodige studiediscipline kunnen opbrengen en een open culturele belangstelling tonen voor de maatschappij. Een ASO-leerling moet kunnen redeneren, afstand kunnen nemen van het concrete en leergierig zijn.
De basisvorming, 22 of 23 uur per week, is voor alle leerlingen identiek en dus onafhankelijk van de gekozen studierichting. Tijdens de overige lesuren worden vakken specifiek voor de gekozen richting aangeboden.
Economie -
Moderne talen
Van de leerlingen, die in de derde graad voor een richting met economie kiezen, wordt verwacht dat zij belangstelling tonen voor economisch-maatschappelijke problemen; helder, logisch, analytisch en kritisch kunnen denken en over een referentiekader beschikken, dat de concepten bevat waarmee zij maatschappelijke verschijnselen vanuit een economisch perspectief kunnen beschrijven en verklaren. Dit referentiekader werd aangebracht tijdens de tweede graad.
In deze studierichting worden vooral de economische componenten en de moderne talen (Duits, Engels en Frans) uitgediept.
Als voorbereiding op hogere studies wordt van de leerlingen meer zelfstandigheid verwacht bij de verwerking van de leerstof en allerlei opdrachten.
Na het beëindigen van deze optie staan er verschillende economische en talige studierichtingen van het hoger onderwijs open, zoals taal- en letterkunde, toegepaste taalkunde, business management, office management …
Economie -
Wiskunde
Van de leerlingen die in de derde graad voor een richting met economie kiezen, wordt verwacht dat zij belangstelling tonen voor economisch-maatschappelijke problemen; helder, logisch, analytisch en kritisch kunnen denken en over een referentiekader beschikken, dat de concepten bevat waarmee zij maatschappelijke verschijnselen vanuit een economisch perspectief kunnen beschrijven en verklaren. Dit referentiekader werd aangebracht tijdens de tweede graad.
In deze studierichting worden vooral de economische, wiskundige en wetenschappelijke componenten uitgediept.
Als voorbereiding op hogere studies wordt van de leerlingen meer zelfstandigheid verwacht bij de verwerking van de leerstof en allerlei opdrachten
Na het beëindigen van deze optie staan er verschillende economische, wetenschappelijke en wiskundige studierichtingen van het hoger onderwijs open, zoals toegepaste economische wetenschappen, bedrijfswetenschappen, handelswetenschappen …
Humane Wetenschappen
De optie humane wetenschappen is bedoeld voor de leerling die interesse heeft in het menselijk gedrag in onze complexe maatschappij. De leerling is geboeid door wat mensen drijft in hun keuzes en motivatie. Deze richting wil de leerling inzicht geven in de mens als individu en als onderdeel van zijn groep of cultuur.
Gedrags- en cultuurwetenschappen vormen de stamvakken van deze optie. In gedragswetenschappen wordt de mens vanuit een psychologische invalshoek benaderd. Daarnaast wordt stilgestaan bij de mens als groepswezen en worden fenomenen als groepsdynamiek onderzocht. In dit vak wordt de leerling vertrouwd gemaakt met essentiële begrippen uit de humane disciplines, zoals de observatie, de enquête en het experiment. Daarnaast wordt aandacht besteed aan sociale vaardigheden, zoals het leren omgaan en communiceren met anderen.
In het vak cultuurwetenschappen wordt de cultuur in de brede zin van het woord onderzocht. Zo komen onder andere media, politiek, recht, kunst en ecologie aan bod. In deze discipline wordt aandacht besteed aan de manier waarop we met elkaar communiceren en hoe we beïnvloed worden door de media.
De taalvakken Engels, Frans en Nederlands versterken de communicatieve vaardigheden.
Na het secundair onderwijs kiezen de afgestudeerde leerlingen in de eerste plaats voor verdere studies in een humane richting, zoals politieke en sociale wetenschappen, communicatiewetenschappen, sociologie, psychologie, pedagogie of studeren ze verder in het paramedisch, pedagogisch of sociaal hoger onderwijs
Wetenschappen-
Wiskunde
Van de leerlingen die in de derde graad voor de richting wetenschappen - wiskunde kiezen, wordt verwacht dat zij belangstelling tonen voor natuurwetenschappen en wetenschappelijk problemen; helder, logisch, analytisch en kritisch kunnen denken met aandacht voor nauwkeurigheid en op wetenschappelijk én wiskundig vlak de nodige competenties (kennis, vaardigheden, attitudes) beheersen. Daarnaast beschikken zij over bepaalde wetenschappelijke inzichten en hebben ze ervaring in het onderzoekende aspect van wetenschappen.
In deze studierichting worden vooral de wetenschappelijke en wiskundige componenten uitgediept. Tijdens de wetenschappelijke lessen komen verschillende uiteenlopende onderwerpen aan bod, waarbij probleemoplossend denken steeds centraal staat. Vakinhoudelijke thema’s worden behandeld aan de hand van hand- en werkboeken, practica, onderzoeksopdrachten, uitstappen … Tijdens de practica komen de verschillende deelaspecten van de onderzoekscompetenties op een geïntegreerde manier aan bod. Als voorbereiding op hogere studies wordt van de leerlingen meer zelfstandigheid verwacht bij de verwerking van de leerstof en het uitvoeren van wetenschappelijke onderzoeksopdrachten.
Na het beëindigen van deze optie staan er verschillende wetenschappelijke en wiskundige studierichtingen van het hoger onderwijs open, zoals biomedische wetenschappen, revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, handelswetenschappen, ingenieurswetenschappen
Marketing &
Ondernemen
In het eerste jaar van de derde graad wordt eerst een economische basiskennis opgebouwd (bbp, conjunctuur, inflatie, arbeidsmarkt) en daarna komt de marketingmix (de 4 P’s: product, prijs, plaats en promotie) uitvoerig aan bod.
Doorheen het eerste en het tweede jaar van de derde graad komen verscheidene bedrijfseconomische aspecten aan bod: sociale, juridische en boekhoudkundige aspecten van het personeelsbeleid, werkplanning en communicatie, voorraadadministratie, fiscaliteit, internationale handel en financieel beleid. In M&O gaat het echter niet alleen om kennen, maar vooral ook om doen:
• de boekhoudkundige kennis die in de 2° graad M&O werd verworven, wordt in de 3° graad uitgebreid en toegepast o.a. door gebruik van een professioneel boekhoudpakket,
• in het tweede jaar runnen de leerlingen hun eigen Vlajo-mini-onderneming: aankopen en verkopen binnen en buiten de school, samenwerken, promotie maken, resultaten presenteren… om hopelijk af te sluiten met een beetje winst, maar zeker veel geleerd te hebben! De geïntegreerde proef (GIP), die TSO-leerlingen moeten afleggen, is opgebouwd rond deze mini-onderneming.
• aan de hand van enkele bedrijfsbezoeken gaan de leerlingen kijken hoe het er in de bedrijfswereld aan toe gaat. Verder komt er ook een ondernemer voor de klas spreken en worden er diverse workshops georganiseerd.
• de lessen bedrijfseconomie worden het ganse jaar ondersteund door ICT (Excel, Word, Access, Powerpoint en ERP).
Naast bedrijfseconomie vormen 4 talen (Nederlands, Frans, Engels en Duits) de tweede pijler van de richting M&O. Onderwerpen die in de lessen bedrijfseconomie werden gezien, komen in de taallessen opnieuw aan bod.
De optie Marketing & Ondernemen bereidt de leerlingen voor op een professionele bachelor in economische richtingen zoals marketing, accountancy & fiscaliteit, verzekeringswezen, office management, rechtspraktijk, vastgoed, … of voor andere opleidingen zoals communicatiemanagement, toegepaste informatica, toerisme- en recreatiemanagement of een lerarenopleiding. Omdat technisch onderwijs de leerlingen in staat moet stellen om desgevallend onmiddellijk aan de slag te gaan, komen ook de opstartformaliteiten en de nodige capaciteiten om zelfstandig ondernemer te worden aan bod. Indien de leerling M&O hiervoor kiest, kan hij of zij op individuele basis ook het attest bedrijfsbeheer behalen, dat een noodzakelijke voorwaarde is om als zelfstandig ondernemer te kunnen starten.
De derde graad is zeer duidelijk commercieel geprofileerd en bereidt de leerlingen voor op een professionele bachelor in het economisch studiegebied zoals marketing, accountancy- fiscaliteit, financie- en verzekeringswezen, office management, rechtspraktijk, vastgoed, … Daarnaast is deze studierichting ook een goede voorbereiding op andere professionele bacheloropleidingen zoals communicatiemanagement, toegepaste informatica, toerisme- en recreatiemanagement, een lerarenopleiding, … Ook Se-N-Se opleidingen als administratie vrije beroepen, commercieel webverkeer , verkoop en distributie, …. behoren tot de mogelijkheden
Communicatie &
Media
De optie Communicatie en media van het Sint-Guido-Instituut biedt een theoretische en praktische opleiding ter voorbereiding van een PBA communicatiemanagement. Velen zullen ook kiezen voor PBA journalistiek, eventmanagement, officemanagement. Tewerkstelling kan via een bijkomende Se-n-se of HBO5 opleiding.
De focus in deze studierichting ligt op
• Communicatie: inter- en intrapersoonlijke communicatie, groepscommunicatie en organisatiecommunicatie
• Economie
• Talen: Nederlands, Frans, Engels, Duits
• Moderne media/ICT
• Actualiteit
Onthaal / praktijkopdrachten (uniform van de school, ook ’s avonds en tijdens het weekend)
Wij zoeken leerlingen met het volgende profiel:
• leerlingen met spreekdurf
• leerlingen met interesse voor de actualiteit in ruime betekenis
• leerlingen met een ruime interesse in ICT en modern mediagebruik
Gezondheids- &
Welzijnswetenschappen
Deze optie spreekt vooral jongeren aan die sociaal voelend zijn en graag met mensen omgaan. Ze is ook gericht naar jongeren die geïnteresseerd zijn in toegepaste wetenschappen, zowel van natuurwetenschappelijke als van menswetenschappelijke aard.
Deze optie is geen beroepsopleiding maar een training van een aantal persoonsgerichte attitudes die de persoonlijkheidsvorming van de leerling ten goede komt zoals: zin voor initiatief, motivatie en inzet alsook sociale gerichtheid, assertiviteit, verantwoordelijkheid opnemen en positief omgaan met kritiek.
Het vak psychologie en pedagogiek leert de leerlingen hoe de mens zich gedraagt en welke ontwikkelingen hij doormaakt. Ook wordt dieper ingegaan op vaardigheden, zoals het omgaan met problemen van anderen.
Gezondheid en welzijn wordt hier niet beschouwd vanuit een enge (para)medische benadering, maar vanuit een brede maatschappelijke benadering. Het gaat hier niet om verpleegkundig handelen, noch om verzorgingstechnieken, maar wel om inzicht in wat als helend kan worden beschouwd voor elke mens. Vandaar de grote nadruk op preventie. Wel wordt aan de leerlingen op een systematische wijze geleerd zorgend te handelen, vandaar ook de aandacht voor EHBO.
De wetenschappen zijn de onderbouw voor toegepaste vakken in het hoger onderwijs, vooral binnen het studiegebied gezondheidszorg. De leerlingen krijgen inzicht in anatomie, fysiologie, microbiologie en pathologie. Het uitgangspunt is echter de gezonde mens.
Een belangrijk deel van het lessenrooster wordt aan stages en seminariewerk besteed. De stages hebben geen beroepsgericht karakter maar enkel een explorerende en oriënterende functie. Ze bieden de leerlingen de mogelijkheid een werkelijkheidsgetrouw beeld te vormen van een aantal beroepen op verschillende werkterreinen.
Deze studierichting wil de leerlingen voorbereiden op hogere studies in de studiegebieden: gezondheidszorg, sociaal-agogisch werk en onderwijs
Bouwtechnieken
De logische vooropleiding is de 2de graad Bouw- en houtkunde of Bouwtechnieken. Als je in de derde graad instapt uit een andere richting wordt er voldoende technisch inzicht en praktische aanleg verwacht.
Bouwtechnieken is veel sterker op de praktijk gericht dan Bouw- en houtkunde. Via deze doorgedreven praktische vorming word je opgeleid tot vakarbeider in de bouwsector, die ook leidinggevende taken aankan.
Je krijgt een polyvalente bouwopleiding, niet alleen door het aanbod van theoretisch-technische vakken, maar vooral door de ervaring in de praktijklessen op gebied van metselen, bekisten, staalvlechten en betonneren. In deze richting leer je een bouwdossier met plannen, beschrijvingen en metingen lezen en uitwerken tot praktische realisaties zoals funderingen, buiten- en binnenmuren, trappen, overspanningen, ondersteuningen, dakonderbrekingen, vloerconstructies, rioleringen… Je leert de uitvoering plannen, de kostprijs berekenen, een prijsofferte maken. Je leert zelf eenvoudige plannen tekenen, ook met de computer (CAD). Je bestudeert de belangrijkste bouwmaterialen (eigenschappen, toepassingsgebieden…). Stabiliteit, bouwtechnologie, topografie en weg- en waterbouwkunde komen op een praktijkgerichte manier aan bod.
Je leert bouwknopen, constructieonderdelen, ontwerpaspecten, uitvoeringsmethoden en materialen onderzoeken en analyseren.
Aan de hand van zelfgemaakte tekeningen en meetstaat zal je opdrachten procesmatig voorbereiden, organiseren, toelichten en oordeelkundig realiseren en afwerken met bijzondere aandacht voor duurzaam bouwen.
Je maakt een studie van diverse uitvoeringsmethoden, leert werken met topografische instrumenten, krijgt inzicht in stabiliteitsstudies en kostprijsberekening. Informatica en digitale leermiddelen worden hierbij geïntegreerd doorheen de gehele opleiding.
Defensie &
Veiligheid
Leerlingen van de 3de graad technisch secundair onderwijs kunnen de nieuwe opleiding "Defensie en Veiligheid" volgen.
De nieuwe opleiding zal een opstapje zijn richting veiligheidsberoepen bij de bewakingssector, de brandweer, Defensie, de gevangenissen of de politie.
Na deze richting kan je gaan werken. Indien er beroepen aan deze richting zijn gekoppeld, kan je meer informatie vinden in de rubriek 'Beroepen' op deze website.
Verder studeren kan ook. Afhankelijk van je capaciteiten, interesse en inzet is een doorstroming naar het hoger onderwijs mogelijk.
Bijkomende toelatingsvoorwaarden:
o Medisch geschikt zijn bevonden voor de uitoefening van het beroep rekening houdend met de specificiteit van de beroepssectoren in kwestie. Die geschiktheidsverklaring is eenmalig en geldt voor de duur van de opleiding, tenzij er een aanleiding is om de geschiktheid te herevalueren .
o Een identiteitsdocument voorleggen waaruit blijkt dat de leerling onderdaan is van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland en zijn hoofdverblijfplaats heeft in een van de desbetreffende lidstaten of Zwitserland.
Bekijk hier onze extra pagina
In de derde graad ‘Office’ worden de competenties van een administratief medewerker verder uitgebouwd. Het verschil met het 3e en het 4e jaar is dat de leerlingen zelfstandig vaardigheden en competenties dient aan te leren. Deze werkwijze zal hem voorbereiden op de toekomstige arbeidsmarkt. De praktijkoefeningen zullen ook ingewikkelder zijn dan in de 2de graad en ze zullen aangevuld worden met stages binnen administratieve afdelingen van bedrijven en met bedrijfsbezoeken en lezingen van gastsprekers.
Naast de competenties van een administratief medewerker, dient de leerling bijkomend te kiezen tussen de keuzemodules ‘logistiek medewerker’ of ‘verkoopmedewerker’. In deze modules wordt ingegaan op de specifieke vereisten van de beide profielen. De competenties worden ingeoefend in de school door praktijkoefeningen maar ook door werkplekleren en stages.
De talen Nederlands, Frans en Engels blijven belangrijk, zowel gesproken als geschreven
De opleiding ‘verzorging’ vertrekt vanuit een holistische, dynamische en emancipatorische mensvisie.
In de cluster ‘pedagogisch handelen’ leren de leerlingen het gedrag van kinderen en bejaarden beter begrijpen door inzicht te verwerven in de fysieke, psychische en sociale ontwikkeling. Ze leren ook op een deskundige manier omgaan met kinderen en bejaarden.
In ‘animatieactiviteiten’ leren de leerlingen activiteiten begeleiden, aangepast aan de leefwereld en de mogelijkheden van de zorgvragers.
De leerlingen worden vaardig in de zorg voor de woonomgeving, het textiel en de voeding van de zorgvrager in het vak ‘indirecte zorg’. Ze leren er ook een huiselijke sfeer scheppen. Zo kunnen ze de levenskwaliteit van de zorgvrager verhogen.
In verzorging leert de leerling ook de basisbehoeften van de hulpvragers kennen: rust en slaap, hygiëne, voeding, veilig gebruik van geneesmiddelen en preventie van ziekten. Ook de EHBO en gezondheidsvoorlichting komen aan bod, zowel in theorie als in de praktijk.
De leerlingen lopen vooral stage in kinderdagverblijven en rust- en verzorgingstehuizen. In het zesde jaar is er ook een stage in de thuiszorg. Tijdens de stages worden de kennis, vaardigheden en attitudes die op school geleerd werden, toegepast in concrete praktijksituaties. Periodes met alleen les worden afgewisseld met stageperiodes.
Deze opleiding bereidt de leerlingen voor op een professionele loopbaan in de verzorgingssector: de kinder-, bejaarden- en thuiszorg. Na het tweede leerjaar van de derde graad hebben de leerlingen de mogelijkheid om via de specialisatiejaren “kinderzorg” of “thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige” het diploma van het secundair onderwijs te behalen en zo hun kansen op tewerkstelling aanzienlijk te verhogen. Ze kunnen echter ook opteren voor een hogere beroepsopleiding voor verpleegkunde in de vierde graad.
Je bent vlot in omgang en je kunt goed met mensen omgaan? Je steekt graag de handen uit de mouwen en vooral achter de schermen kan je jouw taken in goede banen leiden? Je wil later werken in de logistiek of in een onderhouds- of voedingsdienst? Misschien is OH dan wel de richting die je zoekt!
Tijdens de lessen ‘voedingsdienst’ leer je vaardigheden die je als medewerker in een grootkeuken, in de keuken van een kinderdagverblijf of een verzorgingsinstelling kan gebruiken. Je leert er over de voorbereiding, bereiding en presentatie van gerechten. Je leert voedselveilig werken en handelen vanuit een visie op evenwichtige voeding. Je leert voor het maaltijdgebeuren zorgen en ook de nazorg in een keuken komt aan bod.
In de lessen ‘logistieke dienst’ verwerf je vaardigheden die je als logistiek medewerker in een verzorgingsinstelling of ziekenhuis moet beheersen. Je leert er over de ondersteuning van het verpleegkundig en verzorgend team in een verzorgingsinstelling of ziekenhuis en over de ondersteuning van administratieve taken. Daarnaast leer je ook over het vervoer van patiënten of bewoners.
Tijdens de lessen ‘sociale activiteit’ verwerf je communicatieve vaardigheden die je nodig hebt in je contacten met je zorgvragers. Je leert omgaan met klanten, bewoners en collega’s, samenwerken in groep en in team werken.
In de lessen ‘onderhoudsdienst’ leer je over professioneel schoonmaken en over het onderhouden van je werkplaats. Dit houdt in dat je leert werken met professionele onderhoudstoestellen, dat je kennis maakt met verschillende onderhoudsproducten en dat je leert over het onderhoud van linnen.
Naast al deze lessen op school vormen stages een belangrijk onderdeel van je opleidingstraject. Je loopt stage als logistiek medewerker in een rust- en verzorgingstehuis, ziekenhuis, grootkeuken of hotel.Tijdens de stage leer je de verworven kennis in de klas uitvoeren op het werkveld.
Een job in de logistiek of in een onderhouds- of voedingsdienst behoren tot de mogelijkheden
Leerlingen uit de tweede graad Bouw (BSO) hebben de ideale bagage om te starten in deze richting. De overstap maken uit een andere richting is uiteraard mogelijk indien je over de nodige interesse en vaardigheden beschikt.
Deze studierichting heeft tot doel de leerling op te leiden tot een veelzijdig bouwvakman of –vrouw. Hij leert plannen lezen, kostprijs berekenen, verschillende afwerkingstechnieken, tegelzetten, bepleisteren, chappen, betontrappen, terrassen en nog zoveel meer. Er zijn weinig algemene vakken. In de praktijklessen en stages worden alle technieken geoefend en leert hij het werk veilig organiseren.
Na het doorlopen van de derde graad is de leerling klaar om aan de slag te gaan als polyvalent bouwvakker. Voor wie nog een stapje verder wil gaan, geeft een zevende specialisatiejaar zeker een belangrijke meerwaarde aan de opleiding.
In deze praktijkgerichte opleiding leren de leerlingen nieuwbouw en bestaande gebouwen afwerken en verfraaien. Ze leren oude verflagen verwijderen, wand- en vloerbekleding aanbrengen, glas plaatsen, behangen, garneren en stofferen. Ze oefenen op het aanbrengen van hout- en marmerimitatie, op het patineren… De leerlingen worden getraind in het milieubewust omgaan met materialen en leren rekening houden met het kostenplaatje. Tijdens de veelvuldige stages in de derde graad en de praktijklessen perfectioneren ze zich verder in de verschillende technieken en ontwikkelen ze ‘ oog voor detail’.
Na het doorlopen van de derde graad krijgt de leerling een studiegetuigschrift en is hij klaar om aan de slag te gaan als polyvalent schilder/decorateur. Voor wie nog een stapje verder wil gaan, geeft een zevende specialisatiejaar zeker een belangrijke meerwaarde aan de opleiding.
Ben je artistiek, creatief en graag met je handen bezig? Heb je oog voor detail? Kan je zorgvuldig en methodisch werken? Ben je een doorzetter? Dan is de optie ‘Schilderwerk & decoratie’ echt iets voor jou.